De van Essen kazerne

Huidige toestandUiteraard ontbrak het aan inspiratie om in de archieven te duiken; graag wil ik Frank Oosterboer bedanken (eigenaar en beheerder van de website www.jeoudekazernenu.nl ) voor de accurate verslaglegging van “onze” oude  kazerne. Ook zijn enkele foto’s van zijn hand.

 

Per 1 januari 2011 is de van Essenkazerne samen met de zes andere aan de Nieuwe Kazernelaan gelegen kazernes overgegaan in de handen van de gemeente Ede. Het gebied van de kazernes is voor herontwikkeling ingedeeld in vier deelplannen, enclaves genoemd. De van Essenkazerne vormt samen met de identieke, naastgelegen A. Koolkazerne en de P.L. Bergansiuskazerne de ruggegraat van de enclave Maurits-noord. Aan deze enclave is het thema Cultuur en kunst gekoppeld. De resterende kazernegebouwen zullen meer dan in de andere enclaves een andere bestemming kunnen krijgen dan wonen.

Van de drie genoemde kazernes in de enclave worden in totaal acht gebouwen gespaard, deze hebben monumentstatus. Van de oorspronkelijke van Essenkazerne resteert alleen nog het H-vormige hoofdgebouw en een kleiner gebouw tussen het hoofdgebouw en de A. Koolkazerne. Dit tussengebouw dat op de vroegere symmetrieas van de kazerneterreinen van de van Essen- en Koolkazerne ligt, zal ook gesloopt worden.
Niet gesloopt wordt het van het terrein afgescheiden kazernegebouw ten noorden van het hoofdgebouw. Dit is al enige tijd in gebruik als sociaal pension door het Leger des Heils. In de toekomst wordt het uiterlijk hiervan mogelijk aangepast aan de omringende bebouwing.

In de enclave Maurits-noord wil men ongeveer 285 woningen bouwen, zowel eengezinswoningen als appartementen. In de monumenten kunnen ongeveer 20 woningen gerealiseerd worden. De enclave krijgt een stedelijk karakter met een autoluwe kern.

 

Geschiedenis

Samen met de naastgelegen, bouwtechnisch identieke  A. Koolkazerne werd de bouw in 1906 aanbesteed en afgerond in 1908. De kazerne was bedoeld voor de artillerie en het 4e Regiment Veld Artillerie werd de eerste bewoner.

Tijdens Tijdens de mobilisatie van 1914 kwamen er samen met de infanterie van het op Infanteriekazerne 1 en 2 (de huidige Maurits- en JWF-kazerne) gelegen 22e Regiment Infanterie, maar liefst 8000 man op in Ede. Om die te huisvesten vonden overal noodinkwartieringen plaats en er werden tentenkampen achter de kazernes opgericht.
Na de 1e Wereldoorlog werd er evenals op de A.Kool-kazerne de 2e Artillerie Brigade gelegerd.
Pas in september  1934 kreeg de kazerne, die tot dan als Artilleriekazerne bekend stond, de naam van Essenkazerne.

Aan de vooravond van de 2e Wereldoorlog stroomde Ede tijdens de mobilisatie op 28 augustus 1939 weer vol met opgeroepen reservisten. Tevens werden er grote hoeveelheden paarden aangevoerd voor de artillerie, meer dan 1000 paarden waren nodig voor één regiment artillerie. Enkele dagen later op 3 september was Ede weer leeg gelopen toen de troepen naar hun oorlogslocaties waren vertrokken.

Tijdens de bezettingsjaren werd de kazerne door de Duitsers gebruikt, samen met de A. Kool- en Bergansius-kazerne, om soldaten voor de Waffen SS op te leiden,  soms wel 3000 man tegelijkertijd. De drie kazernes die dicht op elkaar liggen werden als één complex door de Duitsers omgedoopt in Bismarck-Kaserne. Niet alleen Duitsers maar ook Nederlanders werden hier ondermeer tot onderofficier bij de SS opgeleid.
Op 18 september 1944 toen operatie Market Garden door de geallieerden gelanceerd was en er gevochten werd in het nabijgelegen Arnhem en op de Ginkelse heide, werd er door de naar Arnhem vertrekkende Duitsers brand op de kazerne gesticht. Een grote menigte burgers stortte zich op een nog niet brandende loods om de inhoud te “redden”. Hierna kwam het tot incidenten waarbij enkele burgers door de Duitsers doodgeschoten werden. De brand liep blijkbaar niet al te ernstig af want na de bevrijding werden er Canadezen ingekwartierd.

De rust en orde in Nederlands-Indië moest na de Japanse capitulatie hersteld worden en op de Edese kazernes werden er vele militairen opgeleid om uitgezonden te worden. Op de van Essenkazerne werden artilleristen voor het 2e Regiment Veldartillerie opgeleid.
Op 1 januari 1948 werd er het Depot Veldartillerie opgericht. Begin jaren ‘50 volgde de oprichting van het Regiment Veld Artillerie van Essen in Ede, dat tevens op de A. Kool- en Bergansiuskazerne gelegerd was. Op de drie kazernes werden opleidingen voor alle typen geschut gegeven. Na het vertrek van het RVA van Essen midden 1953 naar Breda werd de kazerne door het 44e, later omgenummerd naar 14e, Afdeling Veldartillerie gebruikt. In 1968 werd de kazerne verbouwd en vertrok 14 Afdeling Veldartillerie naar Nunspeet. Na 60 jaar kwam er een einde aan de aanwezigheid van de veldartillerie in Ede.

Vanaf oktober 1983 vormde de kazerne met de A. Kool-, P.L. Bergansius- en de naastgelegen Maurits- en JWF-kazerne het Kazernecomplex Ede-West, dat als totaal in oktober 1994 werd omgedoopt in Prins Mauritskazerne.

De naamgever

Pieter Pieter Daniël van Essen werd op 1 oktober 1870 in Breda geboren en begon aan de opleiding tot officier aan de KMA nog voor zijn 16e verjaardag. In 1891 werd hij benoemd tot 2e luitenant en werd geplaatst bij het 2e Regiment Vestingartillerie, na vier jaar ging hij naar de veldartillerie. Promoties verliepen in die tijd langzaam en pas in 1910 werd hij bevorderd tot kapitein.
Blijkbaar had alleen anciënniteit invloed op promotie in die jaren, want van Essen was beslist geen doorsnee officier. Hij werd omschreven als een officier die beschikte over een groot didactisch vermogen en veel technisch vernuft. Zo nam van Essen het initiatief tot het oprichten van de oefenbatterij, schreef hij twee boeken over bewapening en organisatie, en het gebruik van moderne veldartillerie. Tevens was hij de uitvinder van het eenheidsprojectiel, de zogenaamde brisantgranaatkartets, een richttoestel, een tempeertoestel en de waarnemingsladder. Van Essen verrichtte ondermeer studies in Duitsland en Zweden en kreeg van dat laatste land een onderscheiding. Hij was van grote invloed op de veldartillerie in het begin van de 20e eeuw.
Nog tijdens zijn actieve loopbaan, nadat hij een jaar eerder tot kolonel was gepromoveerd, overleed hij op 14 april 1925 te Amersfoort. Zijn collega’s richtten ter nagedachtenis een monument op dat tegenover de officierskantine op het ASK in ’t Harde staat.

Overig

De van Essenkazerne is samen met de A. Koolkazerne gebouwd in chaletstijl, waarschijnlijk naar een ontwerp van kapitein eerstaanwezend ingenieur van Stolk. De twee kazernes met hun hoofdgebouwen met H-vormige plattegrond vormden vrijwel elkaars spiegelbeeld. De nog bestaande noord-zuidweg dient als symmetrie-as. Een fotoalbum uit 1909 dat de bouw van de twee kazernes laat zien vertoont tevens veel kleinere gebouwen in chaletstijl die in de loop der jaren verdwenen zijn. Het ijzeren hek dat de toegang tot de kazernes markeerde is eveneens verdwenen.
De kazerne geniet samen met de identieke A. Koolkazerne bescherming als rijksmonument.

 

Uit het rijksmonumentenarchief

ARTILLERIEKAZERNE ‘Van Essen’ (4) met H-vormige plattegrond bestaande uit twee bouwlagen met uitzondering van het éénlaags middendeel. De gevels opgetrokken in roodbruine baksteen in kruisverband worden afgesloten door een overstekend zadeldak met aangekapte zadeldaken gedekt met gesmoorde kruispannen. De bakgoot wordt ondersteund door geprofileerde korbeelstellen met in de topgevel een eenvoudig, geprofileerd sierspant met makelaar. In de gevels bevinden zich grotendeels negen-ruits ramen met zes-ruits valramen als bovenlicht. De vensters zijn per twee of drie gekoppeld onder één segmentboog met bakstenen boogtrommel en natuurstenen latei. Ter hoogte van de lekdorpels van de vensters op de begane grond en de verdieping bevinden zich hardstenen speklagen in de gevel. Natuursteen is vervolgens nog gebruikt voor het benadrukken van de wisseldorpels en de omlijsting van de hoofdentree. In de natuurstenen sluitsteen boven de entree bevindt zich in relief het jaartal ‘1908’ met daarboven op een natuurstenen plaquette de naam ‘VAN ESSENKAZERNE’ .

De VOORGEVEL bestaat uit de voorgevel van het verbindingslid tussen de twee zijvleugels met links en rechts de kopse gevel van de vleugels. Centraal in de gevel van het verbindingslid bevindt zich de ingangspartij in de licht risalerende middenas met topgevel en aangekapt achterliggend zadeldak. De middenas wordt aan weerszijden geflankeerd door een natuurstenen hoekliseen. Op de begane grond bevindt zich de entree bestaande uit een dubbele, rechthoekige paneeldeur door een natuurstenen kalf gescheiden van het halfronde meerruits bovenlicht met natuurstenen omlijsting. In de sluitsteen bevindt zich in relief het jaartal ‘1908’ met daarboven een plaquette met het opschrift ‘VAN ESSENKAZERNE’. De plaquette wordt aan de bovenzijde afgesloten door een waterlijst die doorloopt over de breedte van de middenas. In de geveltop bevindt zich een vensterpartij bestaande uit twee negen-ruits ramen met zes-ruits bovenlicht aan de bovenzijde afgesloten door een natuurstenen latei geplaatst in een natuurstenen rondboog. In de boogtrommel van de rondboog wordt elk venster afgesloten door een afzonderlijke, halfronde rollaag. Aan weerszijden van de middenas bevinden zich drie maal twee naast elkaar geplaatste vensters aan de bovenzijde afgesloten door een natuurstenen latei onder één segmentboog met in het dakvlak een dakkapel. Het verbindingslid is gekoppeld aan de zijvleugels door middel van een lage, ondiepe verbindingsgang afgesloten door een flauw hellend zadeldak. In de gevel van deze gang bevinden zich drie paren vensters. De kopse gevels van de zijvleugels zijn grotendeels blinde gevels met natuurstenen banden met inde geveltop twee vensters.

De LINKERZIJGEVEL bestaat uit de langsgevel van de zijvleugel te verdelen in een verhoogde middentravee, een lage linkertravee en een hoge rechtertravee. De middentravee bestaat uit twee bouwlagen en een mezzanino afgesloten door een zadeldak met aangekapt zadeldak ter afsluiting van de twee identieke, centrale assen. In de centrale as bevinden zich in iedere bouwlaag twee vensters onder één segmentboog. Op de begane grond en de verdieping van de as uiterst links bevinden zich vier kleine vier-ruits vensteropeningen. Onder het dakvlak bevinden zich twee vier-ruits ramen. Uiterst rechts bevinden zich op de begane grond en de verdieping twee vensters onder één latei met onder het dakvlak twee vier-ruits ramen. In de linkertravee bevinden zich op de begane grond en de verdieping vier maal drie vensters onder één latei. In de rechtertravee bevinden zich op de begane grond en de verdieping vier maal twee vensters onder één latei, drie maal drie vensters met zes-ruits onderramen en drie maal drie vensters met negen-ruits onderramen. Onder de daklijst bevinden zich in iedere as een liggend zes of vier-ruits raam.

De ACHTERGEVEL bestaat uit de achtergevel van een uitbouw van het verbindingslid met plat dak en de verbindingsgang met links en rechts de kopse gevels van de zijvleugels. Centraal in de gevel van het verbindingslid bevindt zich een rechthoekige, dubbele paneeldeur met twee gekoppelde vier-ruits bovenlichten. Links van de entree bevinden zich drie gekoppelde vensters, rechts een driedelig en een gekoppeld venster. Links en rechts van het verbindingslid bevindt zich de gevel van de gang met een aanbouw afgesloten door een plat dak. Uiterst links en rechts bevinden zich in deze gevels enkele vensters. De grotendeels blinde kopse gevels van de zijvleugels zijn elkaars spiegelbeeld met horizontale, natuurstenen banden.

De RECHTERZIJGEVEL is identiek aan de linkerzijgevel.

Het INTERIEUR is grotendeels niet meer in oorspronkelijke staat met uitzondering van de trappartijen.

Waardering

ARTILLERIEKAZERNE ‘Van Essen’ gebouwd in 1906-1908 in chaletstijl als onderdeel van de kazerneterrein Ede-West.

– Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een kazernegebouw uit 1908 voor de artillerie in chaletstijl met gaaf exterieur.

– Van stedenbouwkundige waarde vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie van de artilleriekazerne met de Arthur Koolkazerne in het bijzonder en de andere onderdelen van het complex, strategisch gelegen buiten de randstad op de Veluwe in de nabijheid van het spoor.

– Van cultuurhistorische waarde vanwege de functionele samenhang met de andere onderdelen, als relatief zeldzaam type met H-vormige plattegrond van belang voor de geschiedenis van de Nederlandse Krijgsmacht.

bron : www.jeoudekazernenu.nl

Geef een reactie